Ben je groen of ben je rood? Dat is waar het om draait in Sevilla. Het is een van de mooiste en warmste steden van Europa, maar Sevilla is ook de stad van voetbalclubs Sevilla FC en Real Betis. Jij dacht dat er maar twee clubs uit deze stad kwamen, he? Zeker niet. Want naast de twee grootmachten in de hoogste divisie, barst Sevilla ook van de lokale helden en cultclubs. In totaal komen er maar liefst 6 clubs vandaan, waaronder vier uit de lagere divisies. Pak je zonnebril (en misschien wat oordopjes voor al dat gefluit) en ga met ons mee naar het zonnige zuiden van Spanje. Dit wordt een tocht vol passie, rivaliteit en historie!
1. Sevilla FC
We trappen ‘m af met de succesvolste club uit de stad: Sevilla FC. De club heeft in de loop der jaren indrukwekkende prestaties neergezet. Zo wonnen ze maar liefst zeven keer de Europa League, meer dan welke andere club dan ook. De meest recente winst? Dat was in 2023. Ook op nationaal niveau hebben ze hun sporen verdiend. In 1946 werden ze landskampioen en daarnaast hebben ze vijf keer de Copa del Rey omhoog mogen houden.
Het stadion van Sevilla FC, het Ramón Sánchez Pizjuán, is een ware voetbaltempel. Dit stadion, met een capaciteit van ruim 42.000, staat bekend om de intense sfeer, vooral tijdens de grote Europese avonden. In 1982 was het de plek van de halve finale van het WK tussen Frankrijk en West-Duitsland. Je komt er makkelijk: pak de metro naar het Nervión Station, en na een korte wandeling sta je voor de ingang van het stadion. .
En dan de spelers. Te beginnen met clublegende Jesús Navas. Hij begon als buitenspeler en keerde terug als rechtsback. Anno vandaag heeft hij bijna 700 wedstrijden voor de club gespeeld. Ook hebben wereldtoppers als Dani Alves, Ivan Rakitic en topscorer Frédéric Kanouté er gespeeld. Ook hebben er Nederlanders gespeeld. Denk aan Luuk de Jong, Hedwiges Maduro en Quincy “El Chapo” Promes. Over drugs gesproken: Diego Maradona speelde er ook nog een seizoen. De bekendste coach uit de geschiedenis is de legendarische Unai “Goodebening” Emery.
2. Real Betis
Na Sevilla FC kunnen we natuurlijk niet om Real Betis heen. Deze club, opgericht in 1907, heeft in de loop der jaren heel wat prijzen verzameld. Ze werden in 1935 landskampioen en wonnen drie keer de Copa del Rey, in 1977, 2005 en recent in 2022. En laten we eerlijk zijn, die overwinningen maken het motto van de club wel waar: ¡Viva el Betis manque pierda! Oftewel: “Lang leve Betis, ook als ze verliezen.”
Het stadion van Betis, Estadio Benito Villamarín, is een van de mooiste voetbalstadions ter wereld met een capaciteit van ruim 60.000 man. Het staat bekend om de geweldige sfeer, vooral tijdens de derby tegen stadsrivaal Sevilla. De makkelijkste manier om er te komen is met de metro, uitstappen bij het station Benito Villamarín en je bent er zo.
Wat spelers betreft, Real Betis heeft er door de jaren heen een aantal grote namen gehad. Mr. Betis himself om mee te beginnen: Joaquín. Hij heeft meer dan 500 wedstrijden voor de club gespeeld. Andere iconen topscorer Rubén Castro en Rafael Gordillo. De bekendste coaches zijn Manuel Pellegrini en onze eigen Guus Hiddink. En nu kijken of je alle drie de Nederlanders weet die er hebben gespeeld: RIcky van Wolfswinkel, Rafael van der Vaart (beiden in hetzelfde jaar) en last but not least: Gerrie Mühren.
De derby van Sevilla: El Gran Derbi
Als je denkt dat Real Madrid – Barcelona gespannen is, kun je je lol op met de derby van Sevilla. Deze rivaliteit tussen Real Betis en Sevilla FC, ook wel El Gran Derbi genoemd, is misschien wel de meest gepassioneerde in heel Spanje. Het verdeelt de stad compleet. Betis-fans aan de ene kant, Sevilla-fans aan de andere kant. Een beetje zoals VV Katwijk en Quick Boys. If You Know, You Know. Er is geen ruimte voor neutraal terrein. En het gaat niet alleen om voetbal: de hele stad leeft voor deze wedstrijd.
De sfeer? Ongekend. Neem de wedstrijd in 1997: Betis verloor bewust van Sporting Gijón, zodat Sevilla zou degraderen. De Betis-fans juichten hun eigen nederlaag toe! Om nog maar te zwijgen over de vele iconische momenten, zoals de uitverkochte stadions, vurige tifosi en zelfs incidenten met spelers en coaches.
Hier is het simpel: je wint de derby of je verliest de stad voor de komende maanden. Zelfs na de wedstrijd blijft de spanning hangen, met fans die dagenlang de overwinning vieren of in stilte de nederlaag verwerken. Het is niet zomaar een wedstrijd, het is een levenswijze in Sevilla.
Gek op rivaliteiten? Deze voetbalclubs komen uit Madrid.
3. Écija Balompié
We gaan verder met Écija Balompié, een club die wat minder bekend is, maar zeker de moeite waard. Deze club is opgericht in 1939 en heeft ondanks een paar tegenslagen altijd weer zijn weg teruggevonden in het Spaanse voetbal. In 2008 werden ze zelfs kampioen van de Segunda División B, maar in 2019 werden ze helaas uit de competitie gezet vanwege financiële problemen.
Het stadion van Écija, Estadio San Pablo, heeft een bescheiden capaciteit van 6.000 man, maar de sfeer zit er altijd goed in, vooral tijdens belangrijke wedstrijden. Je vindt het stadion in de stad Écija, Andalusië. Om er te komen, pak je de bus of rij je er simpelweg heen met de auto vanuit Sevilla – het is ongeveer een uurtje rijden.
De club heeft door de jaren heen een aantal bekende spelers gehad, zoals Nolito en Rafael Gordillo. En ze hebben zelfs buitenlandse namen aangetrokken, zoals de Nigeriaanse keeper Wilfred Agbonavbare. Écija is misschien niet de grootste naam, maar wel eentje met karakter.
Voetbal met een stedentripje combineren? Deze clubs komen uit Valencia.
4. CD Utrera
Verderop in de provincie Sevilla vinden we CD Utrera, opgericht in 1946. Deze club speelt in het bescheiden Estadio San Juan Bosco, waar 3.000 supporters terecht kunnen. Ze zijn actief in de Tercera Federación (vijfde niveau) en hebben door de jaren heen voornamelijk op regionaal niveau gepresteerd.
Hun grootste succes kwam recent, in 2022, toen ze promoveerden naar de Segunda Federación (vierde niveau). Helaas konden ze het niet volhouden en zakten ze weer een divisie terug. Voor nu blijven ze strijden in de lagere divisies met hun trouwe achterban. Het stadion is eenvoudig te bereiken: een ritje met de auto vanuit Sevilla brengt je er in ongeveer 30 minuten.
We hebben in de geschiedenisboeken geen echte toppers kunnen vinden. Toch maakt dat de lokale bevolking niet minder fanatiek als ze de club bezoeken.
5. Coria CF
Op zo’n 15 kilometer ten zuiden van Sevilla ligt Coria del Río. Hier vind je Coria CF. Deze club, opgericht in 1923, speelt zijn thuiswedstrijden in het Estadio Guadalquivir. Het schattige stadion biedt plek aan zo’n 5.000 supporters. Coria CF speelt momenteel in de Tercera Federación (vijfde niveau), maar heeft door de jaren heen meerdere seizoenen in hogere divisies doorgebracht. Tijdens hun hoogtepunt speelden ze drie seizoenen in de Segunda División B (derde niveau).
De meest recente promotie vond plaats in het seizoen 2017-2018, toen de club terugkeerde naar de Tercera na een korte degradatie. Momenteel staat de club in de middenmoot van de competitie en blijft vechten voor stabiliteit op regionaal niveau.
Om het stadion te bereiken, hoef je vanuit Sevilla slechts 30 minuten te rijden. Het is een prima uitje voor de lokale voetbalfan die van kleinschalige, maar fanatieke voetbalwedstrijden houdt. Grote namen hebben hier niet gespeeld, maar de club heeft wel een sterke regionale aanhang.
Estadio Guadalquivir is duidelijk niet een van de grootste stadions ter wereld. Dit zijn ze wel!
6. CD Alcalá
In het stadje Alcalá de Guadaíra, op slechts 20 kilometer van Sevilla, ligt de thuisbasis van CD Alcalá. Opgericht in 1945 speelt deze club zijn thuiswedstrijden in het Nuevo Estadio Ciudad de Alcalá. Hier kunnen 2.261 fans in. CD Alcalá is actief in de División de Honor Andaluza (zesde niveau). In het verleden hebben ze enkele seizoenen op het derde niveau van Spanje gespeeld, waaronder vijf jaar in de Segunda División B.
De club kende zijn hoogtijdagen in de jaren 2000, toen ze voor het eerst in hun geschiedenis promoveerden naar de Segunda División B (derde niveau). Ze hielden het daar vijf jaar vol voordat ze weer terugvielen naar lagere divisies. Tegenwoordig spelen ze voornamelijk op regionaal niveau.
Het stadion is gemakkelijk te bereiken vanuit Sevilla, een korte rit van ongeveer 25 minuten. Voor de voetbalfan die van kleinschalige en toegankelijke wedstrijden houdt, is dit een perfect uitstapje. De supporters zijn gepassioneerd en trouw, ook al presteren ze weinig.
De mooiste voetbalclubs komen uit Sevilla
Of je nu rood van Sevilla FC of groen van Real Betis draagt, Sevilla is voetbal. Maar dat is niet het hele verhaal. Naast de grote rivaliteit tussen deze twee clubs, vind je verspreid door de provincie nog vier verborgen parels: Écija Balompié, CD Utrera, Coria CF en CD Alcalá. Clubs waar de passie net zo sterk is, ook al spelen ze op een lager niveau.
Heb je ooit een wedstrijd meegemaakt in een stadion waar je letterlijk elke speler kunt horen? Dat gevoel krijg je bij deze clubs. Dus waar wacht je op? Zet je zonnebril op, boek die vlucht naar Sevilla en beleef het zelf. Van de vurige derby’s tot de charmante, kleinere stadions, Sevilla is dé plek voor de ultieme voetbalervaring.