De mooiste F1-circuits: van klassiekers tot straatraces

Mooiste F1 Circuit

Formule 1 is niet alleen racen. Het gaat ook om waar het gebeurt. Sommige circuits staan al decennia op de kalender, anderen slingeren door grote steden. In dit artikel zetten we de mooiste circuits op een rij, met een top 3 voor de traditionele banen én de beste straatcircuits. Als bonus blikken we ook nog terug op een paar legendarische circuits uit het verleden. Ready. Set. GO!

De mooiste traditionele F1-circuits

De traditionele circuits zijn waar het allemaal begon. Hier draait het om pure snelheid, wagenbeheersing en bandenmanagement. Geen strategisch gedoe met undercuts of het afremmen van je concurrent voor je teamgenoot. Gewoon man tegen man; hard tegen hard. De essentie van racen. Hieronder vind je onze top 3 klassieke circuits waar wij F1-liefhebbers nog steeds voor gaan zitten.

3. Spa-Francorchamps (België)

Spa is het meest legendarische circuit van de Formule 1-kalender. Hier komen de beste coureurs op de proef te staan. De beroemde bochtencombinatie Eau Rouge en Raidillon vereist lef en precisie. Met een lengte van 7 km is Spa een van de langste circuits, en dat merk je ook: het weer kan bij de start droog zijn, en bij Blanchimont ineens nat. Recordhouder? Michael Schumacher won hier zes keer. Maar niet vergeten: in 1998 zorgde een massale crash hier voor chaos in de regen. Spa is uitdagend, berucht en blijft voor altijd een favoriet van de liefhebbers. En voor ons Nederlanders is het in een paar uurtjes aan te rijden.

Ferrari-auto op Spa Francorchamps
Een Ferrari op Spa-Francorchamps

2. Monza (Italië)

Monza, de “Tempel van de Snelheid”, is F1 op zijn puurst. Het circuit, dat sinds 1950 vrijwel elk jaar de Italiaanse Grand Prix host, staat bekend om zijn lange rechte stukken en bloedstollende bochten. Hier draait het niet om slimme undercuts of strategie, maar puur om gas geven. Op dit 5,793 km lange circuit, waar topsnelheden boven de 360 km/u worden gehaald, kunnen de motoren echt brullen. De iconische bochten zoals de Parabolica en Curva Grande testen niet alleen de auto’s, maar ook de rijders tot het uiterste. Lewis Hamilton’s kwalificatieronde uit 2020, met een gemiddelde snelheid van 264,362 km/u, was de snelste ooit in de F1.

Waarom is Monza zo vet? Omdat het precies is wat racen hoort te zijn: snelheid, geluid en pure adrenaline. Voeg daar het Italiaanse publiek aan toe dat elke Ferrari-overwinning viert alsof ze het WK hebben gewonnen, en je hebt een circuit dat je simpelweg móet ervaren.

Circuit Monza
De bekendste bocht van het circuit van Monza

1. Circuit Zandvoort (Nederland)

Wie zegt dat wij Nederlanders niet een Nederlands F1-circuit bovenaan mogen zetten? Zandvoort is dé trots van de Nederlandse autosport. Dit circuit heeft de F1 weer naar ons land gehaald, en de sfeer? Die is ronduit magisch. Sinds de terugkeer in 2021 is het circuit geliefd onder zowel coureurs als fans. Wat Zandvoort uniek maakt, is dat het tussen de duinen ligt, met natuurlijke hoogteverschillen en verraderlijke windvlagen. Voeg daar de legendarische bochten zoals de Tarzanbocht en de steile Hugenholtzbocht aan toe, en je hebt een circuit waar je skills echt op de proef worden gesteld.

Zandvoort heeft een rijke geschiedenis. Sinds 1950 staat het op de kalender, met een pauze tussen 1985 en 2021. Dat maakte de comeback alleen maar zoeter. Klassieke races zoals de legendarische regenbui in 1979 staan in het geheugen gegrift. En vergeet niet de feestelijke oranjezee die Max Verstappen elk jaar ontvangt!

Dit circuit is old-school. Smal, uitdagend en elke fout wordt genadeloos afgestraft. Voeg daarbij de uitzinnige menigte en je hebt de perfecte mix van spektakel en nostalgie.

Circuit Zandvoort, middenin de duinen
Circuit Zandvoort, middenin de duinen

De mooiste stratencircuits

Stratencircuits zijn een compleet andere uitdaging dan de traditionele circuits. Smalle straten, nauwe bochten en nul marge voor fouten maken deze races bloedstollend spannend. Het zijn circuits waar je stuurmanskunst echt getest wordt. Geen ruime uitloopstroken hier, maar muren die je op elk moment kunnen verrassen. Hier is tactiek WEL belangrijk: wanneer maak je je pitstop? Welke banden gebruik je? En hoe zorg je dat je niet achter een achterblijver terechtkomt? En het mooie? De races vinden plaats midden in bruisende steden, wat de sfeer alleen maar intenser maakt.

Hieronder onze selectie mooiste stratencircuits.

1.Monaco (Monaco)

Monaco is hét juweel op de F1-kalender. Rijden in deze smalle straten, met nauwelijks uitloopstroken, vraagt om millimeterwerk. Een foutje? Dan lig je in de muur. Sergio Pérez bewees dat nog in 2022, toen hij z’n auto hard in de muur parkeerde tijdens de kwalificatie. Of dat een opzettelijke actie was, laten we even in het midden. Maar zo zie je: de muren van Monaco vergeven niemand. De beroemde bochten zoals de haarspeldbocht bij het Fairmont Hotel en de snelle sectie door de tunnel maken het tot een tactisch spel, waar strategie minstens zo belangrijk is als snelheid. Pole position is hier vaak cruciaal, want inhalen? Dat gebeurt zelden.

Monaco is geen circuit voor snelheidsrecords, maar voor stuurmanskunst. Voeg daar het decor van luxe jachten en beroemde toeschouwers aan toe, en je hebt een race die je maar één keer per jaar meemaakt. Dat is iedere race, maar goed. Je snapt wat we bedoelen! 😉

De bekende haarspeldbocht in Monaco
De bekende haarspeldbocht in Monaco

2.Baku (Azerbeidzjan)

Baku is dé combinatie van een modern stratencircuit en keiharde actie. Dit is waar smalle straatjes worden afgewisseld met lange rechte stukken waar je bijna 350 km/u aantikt. Perfect voor chaos, dus. En chaos kregen we, met incidenten zoals de botsing tussen Verstappen en Ricciardo in 2018 als bewijs. De lange rechte stukken maken het misschien minder technisch dan Monaco, maar onderschat de scherpe bochten niet. Voor je het weet, lig je tegen de vangrail aan. En met de Dunlop Tower en het kasteel als achtergrond voelt het soms alsof je door een schilderij racet.

Maar wat Baku echt uniek maakt, is dat het bijna altijd voor verrassingen zorgt. Safety cars? Vrijwel gegarandeerd. Inhaalacties? Meer dan genoeg. Voeg daar de altijd grillige weersomstandigheden aan toe, en je hebt een race die nooit saai is. Hier geldt: wie durft, die wint!

Stratencircuit van Baku
Stratencircuit van Baku met het iconische kasteel

3. Las Vegas (VS)

De nieuwste toevoeging aan de F1-kalender is niet zomaar een circuit: Las Vegas brengt de glamour van de Strip naar de Formule 1. In november 2023 vond de eerste editie plaats, midden in de neonverlichte straten van de stad. En laten we eerlijk zijn, racen door het hart van een stad vol casino’s en lichtshows is gewoon episch. Met een rechte stuk van 1,9 km over de beroemde Las Vegas Strip kunnen coureurs echt voluit gaan. Maar pas op: dit stratencircuit heeft ook technische bochten en vereist precisie. Een klein foutje in de glitter en glamour van Vegas, en je rijdt een gokker voor z’n ballen.

Max Verstappen won de eerste editie, en dat is niet zo vreemd. Red Bull was oppermachtig, maar de sfeer en het nachtelijke spektakel maakten deze race extra speciaal. En als je van plan bent om ooit een race in het echt te zien: waarom zou je deze niet combineren met een bezoek aan de stad waar alles mogelijk is?

Stratencircuit van Las Vegas
Prachtig shot op het stratencircuit van Las Vegas

De mooiste voormalig F1-circuits

Niet alle legendarische circuits worden nog steeds gebruikt in de Formule 1. Sommige banen hebben een rijke geschiedenis, maar zijn door veranderingen in de sport of veiligheidseisen van de kalender verdwenen. Toch blijven deze circuits onvergetelijk en spelen ze een belangrijke rol in de geschiedenis van de autosport. Daarom ook hier een top 3 van.

3. Oude Nürburgring (Duitsland)

De oude Nürburgring, beter bekend als de Nordschleife, is een van de meest iconische circuits in de autosport. Met zijn lengte van meer dan 20 kilometer en 160 bochten was het een ultieme test voor coureurs en auto’s. De combinatie van snelle rechte stukken, krappe bochten en hoogteverschillen maakte het gevaarlijk, en daarom wordt het ook wel “De Groene Hel” genoemd. Het circuit was te gevaarlijk voor de Formule 1 en werd in 1976 van de kalender gehaald, na het beruchte ongeluk van Niki Lauda. Ondanks dat het niet meer wordt gebruikt in de F1, blijft de Nordschleife een plek waar menig racehart sneller van gaat kloppen.

Oude Nürburgring Nordschleife
Luchtfoto van de oude Nürburgring Nordschleife

2. Watkins Glen (VS)

Van 1961 tot 1980 was Watkins Glen de thuisbasis van de Amerikaanse Grand Prix. Dit circuit, gelegen in de staat New York, stond bekend om zijn snelle bochten en glooiende landschap. Coureurs hielden van de flow van het circuit, en de sfeer tijdens het raceweekend was uniek. Toch kwam er in 1980 een einde aan de Formule 1-races op Watkins Glen, mede door financiële problemen. Ondanks dat de F1 hier al decennia niet meer rijdt, blijft Watkins Glen een geliefd circuit in andere raceklassen.

Watkins-Glen F1-race in 1976
Watkins Glen F1 race in 1976

1. Kyalami (Zuid-Afrika)

Kyalami, gelegen nabij Johannesburg, was het toneel van Formule 1-races van 1967 tot 1985 en opnieuw in de vroege jaren ’90. Het circuit had een mix van snelle en technische secties, wat het uitdagend maakte voor de coureurs. Helaas werd het circuit door politieke en financiële problemen van de F1-kalender gehaald na 1993. Toch heeft Kyalami een blijvende impact gehad op de sport en wordt er af en toe nog gespeculeerd over een terugkeer van de F1 naar Zuid-Afrika.

Conclusie

Oke, we hebben ons lekker uit kunnen leven met onze persoonlijke voorkeur. Maar het ‘mooiste’ of ‘beste’ F1-circuit blijft altijd een kwestie van smaak en persoonlijke voorkeur. De ene houdt van het ‘echte’ racen van de klassieke circuits. De ander houdt weer van de mooie beelden en het tactische racen op de stratencircuits. En je hebt ook van die mensen die zeggen ‘vroeger was alles beter’. Die mogen lekker hun Saab, DAF of Rover pakken (grap uitleg: die worden niet meer gemaakt) en mijmeren over vroeger.